权利要求：
1. Verbindingsorgaan (1) voor het verbinden van een aan een wand bevestigbaar lichaam (2), met een langwerpig gat (3) voor het ontvangen van het verbindingsorgaan, met een op een wand aanbrengbaar bracket (4) voorzien van een langwerpig uitsteekorgaan (5) dat tijdens gebruik weg van de aanbrengwand (6) uitsteekt langs een uitsteekorgaanas (P), waarbij het uitsteekorgaan inbrengbaar is in een inbrengruimte (S) van het verbindingsorgaan door een inbrengopening (7), waarbij het verbindingsorgaan omvat: een langwerpig, buisvormig lichaam (8) met een buisvormige wand (9) omvattend de inbrengruimte, waarbij de buisvormige wand en de inbrengruimte zich langs een verbindingsorgaanas (C) uitstrekken die uitlijnbaar is met de uitsteekorgaanas wanneer het uitsteekorgaan in het verbindingsorgaan wordt ingebracht, waarbij het buisvormige lichaam, wanneer bezien langs de verbindingsorgaanas in een richting weg van de aanbrengwand, een proximale eindzone (10) omvat, voorzien van de inbrengopening, ee 1. A connector (1) for the connection of a wall-mountable body (2), with an oblong hole (3) for receiving the connecting member, provided with an elongated extension member having a wall-attachable bracket (4) ( 5) extending, during use, away from the applicator wall (6) along a uitsteekorgaanas (P), wherein the protruding member is insertable into an insertion space (S) of the connector through an insertion opening (7), wherein the connector comprises: an elongated, tubular body (8) having a tubular wall (9) comprising the insertion space, wherein the tubular wall, and the insertion room extending along a verbindingsorgaanas (C) extending which is registrable with the uitsteekorgaanas when the protruding member is inserted into the connecting member, wherein the tubular body, when viewed along the verbindingsorgaanas in a direction away from the applicator wall, includes a proximal end region (10), provided with the insertion opening, ee n tussengelegen zone (11) en een distale eindzone (12), waarbij een binnendiameter (Dl) van de buisvormige wand in de proximale eindzone en de distale eindzone gelijk is aan of groter is dan een buitendiameter (D2) van het uitsteekorgaan, waarbij de tussengelegen zone is voorzien van spleten (13) die zich parallel aan de verbindingsorgaanas uitstrekken, waarbij de spleten de buisvormige wand in de tussengelegen zone in meerdere, langwerpige wandsegmenten opdelen, waarbij de langwerpige wandsegmenten (14) zijn vervaardigd van een terugverend materiaal, waarbij een radiale wanddikte (t) van de langwerpige segmenten zo is gekozen dat, wanneer het uitsteekorgaan niet in het verbindingsorgaan is ingebracht, een binnendiameter (D3) van de buisvormige wand in de tussengelegen zone kleiner is dan de buitendiameter (D2) van het uitsteekorgaan, terwijl, wanneer het uitsteekorgaan is ingebracht in de inbrengruimte, de langwerpige segmenten buitenwaarts gedrukt worden in radiale richting door het n intermediate zone (11) and a distal end region (12), wherein an inner diameter (Dl) of the tube-shaped wall is the same as in the proximal end region and the distal end area to or greater than an outer diameter (D2) of the extension member, whereby the intermediate zone is provided with slits (13) extending parallel to the verbindingsorgaanas, wherein the slits in multiple, divide elongate wall segments, the tubular wall in the intermediate zone, wherein the elongated wall segments (14) are made of a resilient material, in which a radial wall thickness (t) of the elongated segments is selected so that when the protruding member is not inserted into the connector, an inner diameter (D3) of the tubular wall in the intermediate zone is smaller than the outer diameter (D2) of the extension member, while , when the extension member is inserted into the inserting space, the elongate segments will be pressed outward in the radial direction through the uitsteekorgaan, waarbij een buitendiameter (D4) van de segmenten gelijk is aan een buitendiameter (D5) van de buisvormige wand in de proximale eindzone en de distale eindzone, waarbij de buisvormige wand een buitencontactoppervlak met constante diameter heeft, wanneer bezien langs de verbindingsorgaanas (C), waarbij het buitenoppervlak op klemmende wijze op het aan de wand bevestigbare lichaam aangrijpt. protruding means, which has an outer diameter (D4) of the segments is equal to an outer diameter (D5) of the tubular wall in the proximal end region and the distal end region, wherein the tubular wall an outer contact surface with constant diameter, when viewed along the verbindingsorgaanas (C ), wherein the outer surface engages a clamping manner on the attachable to the wall body.
2. Verbindingsorgaan (1) volgens conclusie 1, waarbij de lengte (LI) van de tussengelegen zone (11) 1-10 cm is, bij voorkeur 2-6 cm is, bij grotere voorkeur 3-5 cm is. 2. The connector (1) according to claim 1, wherein the length (LI) of the intermediate zone (11) is 1-10 cm, preferably 2-6 cm, is more preferably 3-5 cm.
3. Verbindingsorgaan (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de lengte (LTB) van het buisvormige lichaam 1-15 cm is, bij voorkeur 3-10 cm is, bij grotere voorkeur 5-9 cm is, bij grootste voorkeur 8 cm is. 3. A connector (1) according to claim 1 or 2, wherein the length (LTB) of the tubular body is 1-15 cm, preferably 3-10 cm, is more preferably 5-9 cm, most preferably 8 cm is.
4. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het langwerpige, buisvormige lichaam een cilindrische vorm heeft. 4. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the elongate tubular body has a cylindrical shape.
5. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het aantal spleten (13) 3-8 is, bij voorkeur 4-6 is, bij grootste voorkeur 6 is, waarbij de spleten gelijkmatig in omtreksrichting zijn verdeeld. 5. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the plurality of slits (13) is 3-8, preferably 4-6, most preferably is 6, wherein the slits evenly in the circumferential direction are divided.
6. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de proximale eindzone (10) is voorzien van een flens (15) die zich loodrecht op de verbindingsorgaanas uitstrekt. 6. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the proximal end region (10) is provided with a flange (15) extending perpendicularly to the verbindingsorgaanas.
7. Verbindingsorgaan (1) volgens conclusie 6, waarbij de flens uitsteekt ten opzichte van de proximale eindzone over een afstand van 1-5 mm, zoals 2-4 mm, bijvoorbeeld 3 mm. 7. A connector (1) according to claim 6, wherein the flange protrudes with respect to the proximal end zone over a distance of 1-5 mm, such as 2-4 mm, for example, 3 mm.
8. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de proximale en distale eindzones van het buisvormige lichaam een buitendiameter (D5) van 1-3 cm, bij voorkeur 1,4 - 2,6 cm, bij grootste voorkeur 2,2 cm hebben. 8. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the proximal and distal end zones of the tubular body has an outer diameter (D5) of 1-3 cm, preferably 1.4 to 2.6 cm, most preferably 2, have 2 cm.
9. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenomtrek van de proximale eindzone is voorzien van een veelheid ribben (16) die zich parallel aan de verbindingsorgaanas uitstrekken, waarbij de ribben gelijkmatig in omtreksrichting zijn verdeeld. 9. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the outer periphery of the proximal end area is provided with a plurality of ribs (16) extending parallel to the verbindingsorgaanas, wherein the ribs evenly in the circumferential direction are divided.
10. Verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de breedte van de sleuven ongeveer 1-3 mm is, zoals 2 mm. 10. A connector (1) according to any one of the preceding claims, wherein the width of the slots is about 1-3 mm, such as 2 mm.
11. Tussensamenstel (17) van een aan een wand bevestigbaar lichaam (2) en een verbindingsorgaan (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsorgaan is ontvangen in het langwerpige gat (3) van het aan een wand bevestigbare lichaam. 11. Between assembly (17) of a wall-mountable body (2) and a connecting member (1) according to one of the preceding claims, wherein the connecting member is received in the elongated hole (3) from the fixed to a wall refractile body.
12. Tussensamenstel (17) volgens conclusie 11, waarbij het aan een wand bevestigbare lichaam (2) een zwevende plank (2) is met een hoofdsteunoppervlak (18) voor het ondersteunen van objecten en een of meer zij oppervlakken (19), waarbij het langwerpige gat (3) is voorzien in een van de zijoppervlakken, waarbij het verbindingsorgaan is ontvangen in het langwerpige gat. 12. Between assembly (17) according to claim 11, wherein the fixed to a wall refractile body (2) has a floating board (2) having a main support surface (18) for supporting objects and one or more side surfaces (19), wherein the elongated hole (3) is provided in one of the side surfaces, wherein the connecting member is received in the elongated hole.
13. Tussensamenstel (17) volgens conclusie 12, waarbij het zijoppervlak is voorzien van een veelheid langwerpige gaten (3), zoals 2, gelijkmatig op afstand van elkaar geplaatst over het zijoppervlak, voor het daarin ontvangen van een veelheid verbindingsorganen (1). 13. Between assembly (17) according to claim 12, wherein the side surface is provided with a plurality of elongated holes (3), such as 2, arranged evenly spaced from each other on the side surface, for receiving therein a plurality of joint members (1).
14. Op een wand aangebracht samenstel (20) van een op een wand aangebracht bracket (4) voorzien van een langwerpig uitsteekorgaan (5) dat weg van de aanbrengwand uitsteekt langs een uitsteekorgaanas (P) , en een tussensamenstel (17) volgens een van de conclusies 11-13, waarbij het uitsteekorgaan (5) is ingebracht in de inbrengruimte (S) van het verbindingsorgaan (1), waarbij het buitenoppervlak van het verbindingsorgaan op klemmende wijze op het aan de wand bevestigbare lichaam aangrijpt. 14. In a wall mounted assembly (20) of a wall-mounted bracket (4) provided with an elongate extension member (5) which faces away from the mounting wall extending along a uitsteekorgaanas (P), and an intermediate assembly (17) according to any one of the claims 11-13, wherein the protruding member (5) is inserted in the insertion space (S) of the connector (1), in which engages the outer surface of the connecting member in a clamping manner on the attachable to the wall body.
15. Op een wand aangebracht samenstel (20) volgens conclusie 14, waarbij het aan de wand bevestigbare lichaam (2) is voorzien van een veelheid langwerpige gaten, zoals 2, die daarin een veelheid verbindingsorganen ontvangen, en een veelheid langwerpige uitsteekorganen zijn ingebracht in de veelheid verbindingsorganen. 15. On a wall mounted assembly (20) as claimed in claim 14, wherein the wall attachable body (2) is provided with a plurality of elongated holes, such as 2, which receive therein a plurality of connecting members, and a plurality of elongated protruding means are inserted into the plurality of connectors.
16. Werkwijze voor het aanbrengen van een op een wand bevestigbaar lichaam (2) op een op een wand aangebracht bracket (4) op een aanbrengwand (6), waarbij het op een wand bevestigbare lichaam een langwerpig gat (3) omvat voor het ontvangen van een verbindingsorgaan volgens een van de conclusies 1-10, waarbij het op een wand aangebrachte bracket is voorzien van een uitsteekorgaan (5) dat uitsteekt weg van de aanbrengwand langs een uitsteekorgaanas (P), waarbij het uitsteekorgaan inbrengbaar is in de inbrengruimte (S) van het verbindingsorgaan door een inbrengopening (7), omvattend de stappen van: het inbrengen van de distale eindzone (12) van het verbindingsorgaan in het langwerpige gat van het op een wand bevestigbare lichaam tot de proximale eindzone (10) volledig is ingebracht in het langwerpige gat, om een tussensamenstel (17) volgens een van de conclusies 11-13 te verkrijgen, het inbrengen van het langwerpige uitsteekorgaan (5) in de inbrengruimte (S) van het verbindingsorgaan (1) 16. A method for applying a wall-mountable body (2) on a wall-mounted bracket (4) at a mounting wall (6), wherein it on a wall attachable body comprises an oblong hole (3) for receiving of a connecting member according to any one of claims 1-10, wherein it is in a wall-mounted bracket is provided with a protruding means (5) projecting away from the mounting wall along a uitsteekorgaanas (P), wherein the protruding member insertable into the insertion space (S ) of the connector through an insertion opening (7), comprising the steps of: inserting the distal end region (12) of the connection member in the oblong hole of the on a wall attachable body until the proximal end region (10) is fully inserted into the elongated hole, to provide an intermediate assembly (17) according to obtain one of the claims 11-13, the insertion of the elongate extension member (5) in the insertion space (S) of the connector (1) van het tussensamenstel (17) door de inbrengopening (7), het bewegen van het tussensamenstel (17) in de richting van de wand (6) over het uitsteekorgaan tot een stevige passing wordt verschaft tussen het uitsteekorgaan en het op de wand aangebrachte bracket enerzijds en het tussensamenstel (17) anderzijds, om het op een wand aangebrachte samenstel (20) volgens conclusie 14 of 15 te verkrijgen, waarbij het buitenoppervlak van het verbindingsorgaan op klemmende wijze aangrijpt op het op een wand bevestigbare lichaam. of the intermediate assembly (17) through the insertion opening (7), the movement of the intermediate assembly (17) is provided in the direction of the wall (6) on the extension member until a tight fit between the protruding member and the bracket arranged on the wall on the one hand and the intermediate assembly (17) on the other hand, to put it on a wall-mounted assembly (20) to obtain as claimed in claim 14 or 15, wherein the outer surface of the connecting member in a clamping manner on a wall engages the body attachable.